Na m'n fietstrektocht door Slovenië ontstond het plan om de hele Balkan al fietsend te verkennen. Elk jaar een stukje erbij. Dit jaar staat Bosnië en de binnenlanden van Kroatië op het menu. Ik zal starten bij de Kroatisch-Sloveense grens, vanaf de Sloveense kant vanuit het stadje (dorp) Lendava.
Lendava met haar termen, Kamp Lipa, de oude burcht. Het is een vertrouwde plek vanwaar ik mijn fietstocht begin. Het is druk met bezoekers op Kamp Lipa, het weer is ook nog eens drukkend benauwd. Als ik mijn tent opzet ontstaat een eerste tegenslag, mijn tentstok boort zich door het lusje waar ze in moet blijven zitten, maar ja de tent staat. Morgen maar kijken of ik het kan repareren, en daarna ook nog solutie zoeken, de mijne is verdampt.
Mijn tent staat naast die van landgenoten. Even kletsen, ze blijken net zo enthousiast over het kampeerterrein als ik (en mijn kinderen die er nu niet bij zijn). Ik blijk de eerste Nederlander die ze hier zien. Gelukkig laten de meeste vakantiegangers dit plekje links liggen, waarschijnlijk om de eigenheid ervan te bewaren voor de huidige, terugkerende bezoekers.
Tijd om even genieten van mijn eerste avond in Slovenië, even naar de Konoba voor een veliko pivo. Hier mijmer ik over mijn te maken reis. Hopelijk is m'n conditie nog wat beter dan voor mijn vorige trektocht, toen ik bij sommige hellingen moest afstappen. De afgelopen drie weken heb ik niet gefietst maar in de maanden daarvoor heb ik mijn conditie opgebouwd met lange trainingen en wedstrijden. Die laatste gingen steeds beter. In één van mijn laatste, Keerbergen, haalde ik zelfs dezelfde uitslag als de voorlaatste keer dat ik daar reed, 20 jaar geleden. En ja, conditie hoeft niet maar hoe beter die is, hoe ontspanner het fietsen gaat en hoe flexibeler ik kan zijn. Ik kan de rustigere (= steilere, langere, onverharde) wegen nemen. Meer genieten dus.
Het lege pivoglas zegt dat het tijd is om de slaapzak op te zoeken.
Vandaag de eerste rit. De Drava heb ik eens omgeschreven gezien als de Amazone van Midden-Europa, het laatste ongerepte rivierengebied. Ik zal de komende dagen dan ook vast geen kampeerterreinen, warme douches enz. tegenkomen.
De kop is eraf, een noodoplossing voor de tent, bandenplak gekocht en op pad. Om 9:00 uur rij ik de grens over bij Mursko Središče. Ik volg de weg langs de Mura richting het oosten. Meteen is de omgeving mooi. Regelmatig zie ik bordjes die naar de rivier wijzen (die ik vanaf de weg niet kan zien) om boottochtjes te maken. Tijdens de cappuccino in Domašinec word ik door één van de daar aanwezigen gewezen op het Mura natuurpark (bij de rivier). Daar zou ik naartoe moeten. Ik werp een blik op 't informatiebord rijd 'n stukje ernaartoe maar keer dan om, om mijn route te vervolgen.
Het bijna vlakke landschap met karakteristieke dorpjes en kerken bekoort mij zeer. Als ik (weer eens) bij de Drava kom geniet ik weer van 't uitzicht. Wat 'n mooie rivier is 't toch. Rond half één stop ik om m'n brood te eten en om m'n uit 't frame gebroken bidonnokjes te herstellen. Ik krijg de houder geïmproviseerd enigszins vast, nu nog supertape vinden.
De temperatuur, om 9:00 uur al 29°C, is nu opgelopen tot 36°C. Door mezelf nat te gooien en rustig te fietsen is 't te doen. In de schaduw (30°C) geniet ik van mijn boterhammen met zweterige Leidse Kanter 40+ gerijpt (met Bonusvoordeel) en van eentje met pittig warme ajvar.
Ik vervolg m'n route via een - op de kaart - rode weg die in dit deel van het land rustig genoeg is om over fietsen. Trouwens, in dit vlakke deel wordt veel gefietst en automobilisten houden daar rekening mee. Heerlijk ontspannen fietsen.
De weg wordt hoe langer hoe rustiger, de omgeving steeds mooier. Het landschap heeft wel iets van mijn geboortestreek, Zeeuws-Vlaanderen. Akkers, stille wegen en af en toe een kreek.
Even later zie ik mijn eerste ooievaar van deze rit. Alle dorpen hebben nesten op palen. Behalve dat ik geniet van wat ik zie, trek ik zelf ook veel bekijks. Een fietser uit Nederland. Helemaal uit Nederland? Soms vergeet ik maar te zeggen dat ik in Lendava begonnen ben. Wanneer ik mijn verhaal houd blijkt dat ik dat beter in mijn gebrekkig Kroatisch kan doen, Engels lijkt in dit deel van de wereld een echte vreemde taal.
Wanneer ik later een route, zo kort mogelijk langs de Drava, zoek, raak ik even mijn oriëntatie kwijt. Er zijn meer zijwegen dan er op de kaart staan. Bij een boerderijtje spreek ik een nog jonge moeder aan die in haar geel fluoriserend hemd met een klein meisje speelt. Of ze Engels spreekt. Jazeker, en Duits ook!
Na het samen bestuderen van de kaart, waarbij ze met haar borsten tegen me aanwrijft, komen we tot de conclusie dat ik op de weg zit waarop ik had willen zitten.
Als ik bij Brodić kom inspecteer ik het veldje bij het (leegstaande) gemeentehuis / brandweerkazerne. Het is wel wat maar ik sta hier dan wel in 't zicht vanaf de weg. Een buurtbewoner komt eraan gefietst en ziet mij zoeken. Of ik hier mijn tent (šator) kan opzetten, 'ne problema', en water (voda)? Hij neemt me mee naar z'n huis. In de ijskast staan flessen met ijswater. De dochter des huizes vult mijn flessen bij. Ik kijk even het huis rond, wat hebben ze het arm. Ik krijg een glas koel ijswater. En een neut, beleefd wijs ik af, laat daarna zien dat ik maar en klein beetje wil. Het is maar een klein glaasje, zegt ie, en schenkt het vol. Na twee nipjes houd ik het voor gezien, we zijn allebei tevreden.
Ik rijd een onverharde weg in, richting de Konoba aan de Drava? Ik zie al eerder een geschikt plekje bij het kapelletje van de heilige Vida. Na 111 kilometer richt ik tussen de oogstende boeren mijn kamp in. In de avondschemer schrijf ik deze laatste zinnen in m'n tent, gevlucht voor de vele insecten die dit (beschermde) natuurgebied bevolken.
Even later valt de nacht waarna ik onder de toeziende sterren en maan de slaap probeer te vatten.
Voor zessen ben ik wakker, het wordt licht, de hanen kraaien. Op 't gemak breek ik op, pak in en ontbijt. Ik fiets het karrenspoor terug naar de hoofdweg. Een zwarte Idefix begeleidt me daarbij.
Vanaf Brodić volg ik de landwegen en zie af en toe de Drava.
Regelmatig kruis ik fietsroutes die hier langs de rivieren zijn uitgezet.
In de loop van de ochtend maken de maïsvelden geleidelijk plaats voor paprika velden. En inderdaad, even later blijk ik de Put Paprike te rijden.
In de ochtend is de zon nog regelmatig verscholen achter de wolken, de temperatuur blijft daardoor aangenaam om te fietsen. In Gradina is het tijd voor m'n eerste cappuccino van de dag, het is half elf en ik heb er al 41 kilometer op zitten.
Eenmaal op pad rijd ik door dorpjes zoals ik me ze herinner van vroeger, 26 jaar geleden, toen ik op m'n fietstrektocht door Europa het toenmalige Joegoslavië doorkruiste. Typische lintbebouwing, een greppel of grasstrook tussen huis en weg, de huizen in verschillende kleuren. Soms lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Boeren rijden met de trekker naar huis, wagen vol met groente en de tweede wagen vol met arbeiders. Het is elf uur, ze rijden naar huis voor het middageten. Op 't eind van de middag, als de hitte voorbij is, gaan ze nog een keer. Een oude man met pet op, soms op 'n terrasje met 'n pivo, oude vrouwtjes met lange rok, schort en hoofddoek. Maar een jongen met mountainbike en Barcelonashirt.
De wegen worden nog stiller, het asfalt schaarser. Een ree loopt over de weg, ik ga langzamer rijden maar zodra ze me ziet rent ze de maïsvelden in. In de dorpen trek ik zelf ook steeds meer bekijks. Een jongen fietst met zijn hoofd omgedraaid voor me uit. Een boer op een trekker op 't land vergeet te kijken waar hij rijdt.
Rond één uur stop ik langs de Drava voor m'n lunch. Twee vrouwen uit de straat verderop komen zwemmen. De rivier ziet er toch niet schoon uit hier. Even later komt er een vrouw samen met haar dochter een verfroller uitspoelen, in de rivier!
Rond tienen vanmorgen was de zon doorgebroken en inmiddels is de kou uit de lucht. 34°C Staat er op mijn thermometer, in de schaduw een koele 27°C. De wind is inmiddels ook gedraaid. Tot nu toe was ze westelijk maar halverwege de dag is ze naar noordoost gedraaid. Dat had ik bij de voorspellingen al gezien en was één van de redenen om maandag al te vertrekken. Heb ik toch ruim de helft van de Mura-Drava route wind mee gehad.
Het laatste stuk van de route is oninteressant, rechte drukke wegen, de doorgaande weg naar Osijek.
Bij Izletište Stara Drava kan ik mijn tent opzetten, maar ik wil niet op de plek aan het meer die de barjuf aanraadt. Helaas gaan daar waar ik wel wil staan 's avonds de lichten (schijnwerpers) aan voor de nachtvissers en bij de Izletište wordt vast gefeest. Dan toch maar aan 't meer, aan de overkant, bij de andere vissers. Maar eerst even eten bij de picknickbankjes en mijn bidonhouder vastzetten met eendenplakband.
Als het donker wordt rijd ik naar de andere kant van het meer en zet ik - na 108 kilometer fietsen - mijn tent op. Naast me zit een visser die tot in de vroege uurtjes door vist. Hij vertelt hele verhalen tegen me, of ik het nu versta of niet.
Alweer maar een halve nacht geslapen. De vissers komen al om kwart voor vijf.
Ik sta op, pak in, ontbijt, stel m'n remmen en ga op pad. Zo maak ik in elk geval gebruik van de ochtendkoelte.
Ik moet nog een stukje de drukke weg nemen richting Belišče, zelfs de bewegwijzerde fietsroute gaat hierover. Onderweg blijk ik even later mijn fietscomputer verloren te hebben. Na wat zoeken vind ik hem terug in 't gras.
Na Belišče kies ik voor een rustigere weg waarmee ik een flinke omweg maak maar wel rustig en mooi kan fietsen. Ik passeer de wegwerkers die een fietspad aanleggen voor de grensoverschrijdende fietsroute. Zie een landmijnen gebied - gelukkig goed afgezet - en even later een herdenkingsmonument.
Hoe verder ik rij hoe minder westers het wordt. (Ik ben dan ook bijna op het meest oostelijke deel van mijn tocht, bijna bij de Servische grens). Ik botst over de onverharde wegen en wordt af en toe aangemoedigd door blaffende honden zo groot als een klein paard. Eerst 'n dorpje met de plaatsnaam in 't Hongaars erbij. Even verderop een dorp met cyrillisch opschrift op het kinderdagverblijf. Een oude vrouw die een kar trekt die ik even later terug zie als ik aan een cappucino zit, twee werelden naast elkaar.
Om half tien ben ik al op de helft van mijn dagrit. Ik rust maar eens uit voordat ik de hitte in duik. Het lijkt de warmste dag tot nu toe te worden. Met twee liter ijsthee en 6 liter water moet ik de vochtbalans op peil kunnen houden. Met nu al 34°C in de zon (en 30°C in de schaduw) hoop ik voor het heetst van de dag op mijn bestemming te zijn. Ingesmeerd met factor 50 en m'n fietsbroek in de Jacco T. stand vervolg ik m'n rit.
De route is toch echt wel mooi en door rustig te fietsen is de warmte te verdragen. Voordat de thermometer 40° aangeeft ben ik op de plek waar ik wil overnachten.
Daarnaartoe rijd ik door kleine dorpjes en wegen totdat ik het natuurgebied Kopački Rit bereik. De weg die ik rijd is een goed aangereden grondpad wat net zo vlot rijdt als een teerweg. Tegenliggers passeren is wat lastig maar wat zijn de (meeste) autobestuurders hier vriendelijk. Ik krijg ruim baan.
Het natuurgebied is mooi, mooier nog dan wat ik ervan te zien krijg doordat ik er alleen doorheen rijdt en niet de stille paadjes en uitkijkpunten bezoek.
Bos, water, weiland. Maar weinig dieren laten zich zien. Ook voor hen is het te warm. Net als voor mij, na 75 kilometer zit mijn rit van vandaag erop.
Voor het eerst deze tocht kampeer ik op een officieel kampeerterrein - Kamp Family in Kopačevo. Het kampeerterrein heeft alles voor een fietsreiziger; keuken met fornuis, eettafel, serviesgoed en koelkast, zelfs een tv. Jammer genoeg geen schaduw, de boompjes moeten nog groeien op dit nog jonge kampeerterrein.
Als de tent eenmaal staat, herstel ik alles aan m'n fiets wat nodig is en stel alles goed af voor het volgende deel van mijn tocht. Daarna ben ik zelf aan de beurt, en ai, weer blaren op m'n zitvlak net als in Zuid-Afrika. Voor de toekomst zal ik toch eens uitkijken naar weer een ander zadel. Na het douchen blijkt mijn blaar doorgebroken, helaas, afpellen maar.
Tevreden kijk ik terug op de afgelopen dagen. Een mooie route, lekker fietsen en - soms met improvisatie - het eerste reisdoel volbracht: Langs Mura en Drava, van Lendava naar Kopačevo. De volgende uitdaging is door Bosnië. Maar eerst een dagje bijkomen.
Ik vul de avond met kletsen met 'n 71 jaar jonge Engelsman die vroeger fietstrektochten maakte en nu met z'n camper rondrijdt om fiets- en wandeltochten te maken. Als de avond valt vluchten we onze tent en camper in, de muggen regeren.
Vandaag is een dag om de wond op m'n zitvlak wat te laten genezen. Hopelijk kan ik zonder al te veel pijn verder rijden, de blaren zijn minder erg dan in Zuid-Afrika. Omdat ik uit voorzorg al sudocrème bij me heb, heb ik goede hoop.
's-Ochtends herbekijk ik mijn geplande route. Er zit een stuk tussen dat te lang is voor een dagtocht, vanaf Buško Jezero naar het Una Park. Met een keer extra wild kamperen kan ik dit oplossen. Ik studeer op een andere route vanaf Jajce, Buško Jezero kan ik dan op 'n volgende tocht doen.
De rest van de ochtend blijf ik uit de zon, kijk wat TV (ja zelfs die is er!) en leer wat Kroatisch/Bosnisch/Servisch. Mijn migraine-achtige hoofdpijn is eindelijk weg (nog maar drie naproxen over). Hopelijk komt die niet meer terug. Meestal komt die na een lange autorit, te weinig slaap en te weinig drinken. Toch was het een goede keuze om zonder rustdag uit Lendava te vertekken. Het komt precies uit met het weer. De wind is gedraaid en stevig geworden (en zou tegen hebben gestaan). Vanmiddag zou het gaan regenen, stormen en onweren maar ik zit droog en m'n tent is waterdicht.
Met de lunch mag ik mee eten van de groente en fruit uit eigen tuin met de beheerders. Even later op de computer kijken voor een route door Osijek langs de Spar (waar ze vegetarische producten verkopen). Ik leer meteen dat ik hier in een Hongaars sprekend deel van 't land ben (een taal die ik net nog niet aan 't leren ben) en ook dat het morgen een nationale feestdag is.
In de loop van de middag betrekt de lucht. Wolken worden donkerder, de temperatuur daalt naar 20°C. Kikkers springen over het kampeerterrein. Tegen vieren begint de miezer. Ik zet m'n tent onder een grote tent met plankenvloer. Er is verder toch niemand hier behalve een klusman die me helpt schroeven in de planken te draaien waar ik mijn tentlussen rond kan haken. Blijft ie lekker droog vannacht. Ondertussen stortregent het nu en is de temperatuur weer verder gezakt, 20 graden koeler (!) dan gisteren.
Een Nederlands stel komt aangereden. Ze zijn door Kroatië, Bosnië en Servië getrokken en gaan verder naar Hongarije. Even kletsen.